Regelmatig krijg ik te horen: “Wat mooi dat je voor Stichting Still op pad gaat, ik zou dat niet kunnen. Hoe doe je dat?”
Ja, hoe doe ik dat? Ik sta er op dat moment niet bij stil, want eigenlijk wil ik alleen maar dat de ouders een mooie herinnering hebben aan hun kindje of kindjes. Een collega fotografe omschreef het deze week in onze besloten groep: “Het went nooit, je leert er wel mee omgaan!”
In de whatsapp groep Still regio Gelderland, waar ik als fotograaf in zit, wordt door de beheerders een oproep geplaatst. Met een summiere uitleg waar de vraag om onze komst is gesteld en wat we kunnen verwachten. Dan kunnen wij als fotograaf reageren met Ja of Nee. Dat laatste voor het geval je niet kunt, want ook wij hebben een privé leven en de meesten zijn dan ook aan het werk. Is het ja, dan zal vaak degene die het dichtstbij zit of er het snelst kan zijn, de opdracht volbrengen. In een privéappje krijgen we dan meer informatie.
Geen enkele opdracht is hetzelfde, of die nu in het ziekenhuis wordt geregeld of bij de ouders thuis. Het zijn andere omstandigheden waaronder het kindje still is geboren, spontaan of een afgebroken zwangerschap om welke reden dan ook.
Ik ben er niet om een oordeel te vellen, maar ben er om voor hen een onvergetelijk moment te fotograferen. Zodat zij met veel liefde kunnen terugdenken aan hun helaas overleden kindje.
Ik let daarbij vooral op de vele details, zoals je bij ieder kindje zult doen. Gezichtje, handjes, voetjes en de nageltjes bijvoorbeeld. Als ik die fotografeer, vragen de ouders me wel eens of ik ook een gelijkenis zie, net als zij die zien. We gaan samen op in hun kindje en zo mag ik heel dichtbij komen en de meest intieme gebeurtenissen voor hen fotograferen. Dat voelt enorm fijn.
“Hoe laat je dit los dan?”
Dat is een vraag die mij ook regelmatig gesteld wordt, ook wel door de ouders. Dan vertel ik hoe ik na het maken van de reportage mijn dag of avond vervolg.
De camera’s stop ik na de shoot in mijn tas en daar haal ik ze na een dag of langer weer uit. Tot dat moment ben ik er niet mee bezig. Als ik de foto’s van het geheugenkaartje op mijn laptop zet en ze ga bewerken, komen de momenten met de ouders vanzelf weer naar boven. Hoe zij mij vol verdriet, maar ook vol trots, over hun kindje vertellen. Hoe zij verrast werden door de te vroege komst, of zich juist konden voorbereiden. Voor zover dit lukt natuurlijk.
Hoe mooi het is dat er tegenwoordig de wateropbaring bestaat, de artikelen van bijvoorbeeld Klein Afscheid die hen helpen een waardig afscheid te organiseren voor hun kindje. Een prachtige glazen schaal is zoveel mooier dan een simpel plastic bakje.
Nadat ik klaar ben met het bewerken van de foto’s en ze heb doorgestuurd naar de Stichting (via hen loopt het contact met de ouders verder), trek ik mij geregeld terug in de natuur. Mijn hoofd weer leeg maken door iets heel anders te fotograferen, of alleen maar te wandelen.
Loslaten is niet altijd gemakkelijk
Het is zoals mijn collega het omschreef. Het went nooit, maar je leert er wel mee omgaan. En omdat ik geen robot ben en alles op automatische piloot doe, komen sommige reportages ook bij mij hard binnen.
En dat is helemaal niet vreemd natuurlijk, dat hoort erbij als je dit werk doet. Het kan zijn dat je in de verhalen of omstandigheden een deel herkent van je eigen ervaringen als moeder. Dat je getroffen wordt door het feit dat de vader juist door jou komst wel zijn emoties kan laten gaan.
Ik zet mij in juni alweer 2 jaar met hart en ziel in voor Stichting Still. Als je dan een reactie van de ouders terugkrijgt via de Stichting naar aanleiding van de foto’s die zij mochten ontvangen, dan schiet ik soms wel eens vol. Dan weet ik dat ik het goed heb gedaan en zij nu een mooie herinnering hebben gekregen.
Wilt u meer weten over Stichting Still? Kijk dan eens op Stichting Still, dan ziet u dat we niet alleen still geboren kindjes fotograferen, maar ook wel eens een laatste reportage maken indien bijvoorbeeld de ouders ernstig ziek zijn.
Op de site vindt u tevens informatie over hoe u ons zou kunnen steunen, zodat we dit mooie werk kunnen blijven doen.